Posted in NL, Writing

Pumpkin Spice Latte, with love: epiloog

Opgelet (en spoiler alert) : Indien je PSL, with love nog niet gelezen hebt … zoals de titel al aangeeft is dit de epiloog. En die lees je dus best … na het boek! Dat je hier kan vinden:

Vrijdag, 24 juli, 2021

Alex

‘Ellis! Wat voer je dat kind? Cement of zo? Ik trek mijn armen aan flarden!’

‘Zwaai er niet zo mee heen en weer, gek! Straks wordt hij zeeziek voor hij de zee heeft gezien!’

Alex liep vlug naar Ben om hem te helpen de kinderwagen door het zand te trekken. Uiteindelijk besloten ze kleine Marcel in een draagdoek tegen Oliver aan te binden, zodat Alex en Ben de kinderwagen omhoog konden hijsen. Hun tripje over het lange strand werd er bepaald nog geen picknick door, maar het lukte.

‘Volgende keer laten we dat ding thuis,’ beloofde Oliver hen.

‘Dan kan hij toch nergens slapen,’ sputterde Ellis tegen.

‘Wij gebruikten vroeger een rieten babymand,’ zei Alex’ vader, die naast hem liep. ‘Volgens mij ligt die nog ergens op zolder, ik zoek wel eens. Lange wandelingen kan je daar niet mee maken, maar je kan er onderweg wel je picknick in kwijt.’

‘Die moet je dan wel volledig opeten,’ peinsde Ben. ‘Want als de baby ligt te slapen, kan je het eten er niet meer bij leggen.’

‘Dat komt wel goed, binnen onze familie,’ antwoordde Heleen. ‘Die mand klinkt handig, Charles.’

Alex’ vader was die ochtend in Oostende aangekomen en hij had Theo en Maddie meegebracht. Ze logeerden allemaal in een hotel op de dijk. Alex logeerde zelf al sinds maandag bij Bens ouders. Celia kon niet eerder vrij krijgen, maar vanaf morgen kwam ze ook naar zee. Daarna bleven zowel Bens als Alex’ familie nog een ganse week in de buurt logeren. Het was wennen om hen allemaal samen te zien, maar het boterde gelukkig wel.

Uiteindelijk keurde iedereen een plekje goed dat dicht genoeg bij zowel het water, de redders als de strandbar lag. Hoewel het druk was, lag het strand niet overvol. Alex kon zich toch de laatste keer niet herinneren dat hij zoveel mensen bij elkaar zag. Hij keek even naar zijn vader, die Heleen hielp om een windscherm recht te zetten. Alex liep naar Arthur, Bens vader, en hielp hem een aantal loungestoelen dichterbij te trekken.

‘Merci zeune.’

Daar kon Alex maar niet aan wennen, aan die uitdrukking. Hij had het eens voor de grap tegen Ben gefluisterd, toen ze samen in bed lagen. Ben was er van het verschieten nog net niet uitgevallen. Alleen had Alex toen nog niet door gehad dat Bens vader hem heel de tijd ‘zeune’ zou gaan noemen. Hij had aangenomen dat het een verspreking was, dat Arthur hem met Ben zelf, zijn effectieve zoon, verwisselde. Nu werd Alex dus heel de dag door ongemakkelijk van een connotatie die hij zelf in het leven had geroepen. Ben proestte het elke keer uit van het lachen, wat niet bepaald hielp.

Ben had er over het algemeen duidelijk schik in om Alex met zijn familie bezig te zien. Zeker wanneer ze hun West-Vlaamse dialect bovenhaalden. Als Bens grootouders op bezoek waren, kon Alex soms kop noch staart krijgen aan wat er nu eigenlijk werd verteld.

Ze namen het hem gelukkig niet kwalijk. Net als Ben hadden ze de neiging om iedereen vanaf dag één als een jarenlange vriend te behandelen. Dat hij en Ben samen waren, was blijkbaar genoeg motief voor instant adoptie. Zijn vader, Celia, Theo en Maddie, werden vrolijk mee geadopteerd. En hoewel Nessie niet meekon, vroegen ze elke dag naar haar. Alex’ vader had gisteren nog van Heleen op zijn kop gekregen omdat hij te laat aan het werk was. Nochtans had haar eigen laptop tot elf uur ’s avonds open op de keukentafel gestaan. Ben had haar daar natuurlijk meteen op gewezen, waarop ze hem prompt naar buiten had gestuurd om de kippen te gaan voederen. In het donker.

Arthur maakte het zich gemakkelijk op een van de loungestoelen. ‘Dat is beter. Ik vond dat altijd zo’n luxeding, een gehuurde strandstoel.’ Hij strekte zijn benen. ‘Nu heb ik een goede reden om er toch één te nemen en ik kan alleen maar zeggen: het is de moeite waard.’

‘Een dagje strand is vast niet evident, met een prothese,’ antwoordde Alex voorzichtig. Hij wist van Ben dat Arthur het als actieve tuinman allesbehalve makkelijk had gehad om zich aan het leven met één voet aan te passen. Prothese of niet. Maar vandaag liep Arthur weer continu van hot naar her en zowel het huishouden als de tuin nam hij  grotendeels voor zijn rekening. Bens ouders waren bezige bijen. Ze teelden een halve groentewinkel in hun tuin.

Arthur knipoogde naar hem: ‘Met prothese is toch makkelijker dan zonder hoor.’

Alex’ vader ging op de strandstoel naast hem zitten en begon een grote tas vol sandwiches, pistolets, fruitsalade en rosé wijn uit te laden. De broodjes leek hij te hebben besteld, maar de fruitsalade was zelfgemaakt, zag Alex.

‘Het is wel een gedoe natuurlijk,’ vertelde Arthur. ‘Er kruipt zand in de voering en dat carbon wordt gloeiend heet. Je zou er zo een ei op kunnen bakken. Vandaar die sok dus.’

Ben was druk bezig om een grote luchtmatras op te blazen, maar hij pauzeerde om zich, buiten adem, in de conversatie te mengen: ‘Hij heeft anders wel een zwemvoet. Heb je je zwemvoet niet meegebracht, pa?’

‘Nee Ben, aangezien er vandaag mensen bij zijn die langer dan vijf minuten op het strand blijven zitten voor ze in de zee verdwijnen. Als je graag gaat zwemmen, neem je Alex maar mee. Of je zussen … waar is Beatrix trouwens?

‘Die zit er al in,’ antwoordde Ellis. ‘Ik denk dat die vlek naast de gele boei daar haar hoofd is.’

Er lag een hele rij gele boeien in het water, dus Alex wist niet meteen waar hij moest kijken, maar volgens Ben was Bea een uitstekend zwemster. Als ze nu al zo diep was geraakt, moest dat wel. Toch wel spannend. Er hing een groene vlag boven de stoel van de redder, maar er stond een strakke wind. Als Heleen dat windscherm niet had meegesleept, hadden ze kleine Marcel vast niet comfortabel kunnen installeren.

‘Ik snap niet hoe mensen naar het strand kunnen gaan zonder te zwemmen,’ verklaarde Ben.

‘Ik ook niet,’ viel Ellis hem bij. ‘Lang leve de grootouders. Oliver, ik wed dat ik sneller bij die boeien raak dan jij.’

Oliver zag eruit alsof hij haar dolgraag het tegendeel wilde bewijzen. Hij en Ellis waren wat stiller dan Ben, Beatrix of hun moeder. Maar voor zover Alex kon zien, ging het ouderschap hun goed af. Alex’ blik dwaalde naar Ben, die met een brede glimlach en glimmende gladgeschoren wangen naar hen zat te kijken. Voor iemand die beweerde dat hij het strand niet zo zag zitten, leek hij het prima naar zijn zin te hebben. Hij had zijn kleren al uitgetrokken, droeg enkel nog een zwemshort. Alex trok dus zijn eigen T-shirt ook maar uit. Ben knipoogde goedkeurend naar hem. ‘Kijk eens wat een golven,’ zei hij opgetogen.

‘Ja. Je moet me maar eens proberen te leren surfen, binnenkort.’

‘Zo op een dag waarop niet heel de familie toekijkt?’

‘Liefst.’

De lucht rook naar zonnecrème en het zand tussen Alex’ vingers schuurde over zijn benen terwijl hij ze insmeerde. Toen hij aan Bens rug begon, mopperde die meteen dat zijn vel eraf werd geschraapt. Hij hield duidelijk niet van zand. Alex zat er niet mee. Hij genoot van de zon, het glinsterende water voor zich.

De mensen rond hem.

Maddie lag met haar hoofd op Theo’s buik. Ze staarden allebei met samengeknepen ogen naar een Nintendo Switch, aangesloten op een powerbank, en lachten over de game die ze aan het spelen waren, waarschijnlijk tegen elkaar. Zo gingen je ogen er toch aan. Alex plantte vlug een parasol naast hen.

‘Dankjewel,’ zei Maddie. Theo zwaaide naar hem en kondigde toen zijn volgende ‘epic move’ aan. Alex plofte neer op het belachelijk grote strandlaken dat Ben voor hen beiden had meegenomen en keek even naar de rest van de familie. Die waren drankjes aan het inschenken en deelden sandwiches uit terwijl kleine Marcel in de schaduw lag te slapen. Zijn vader was geanimeerd met Bens ouders aan het praten.

Ben zelf hield nu een gigantische eenhoornzwemband vast die Ellis met behulp van een klein handpompje aan het opblazen was. Hij porde even plagend in Alex’ maag. Gezellig, noemde Ben het extra laagje dat zich daar had verzameld. Alex was toch blij dat zijn eetlust wat was gekalmeerd sinds hij minder medicatie nam. Met Ben samenwonen was sowieso al een aanslag op je gewicht. Toen Alex vanmorgen beneden kwam, was hij al pannenkoeken aan het bakken geweest.

‘Ik had nog wat bananen over,’ had Heleen Alex verteld, terwijl ze hem over haar leesbril heen geamuseerd had aangekeken. ‘Ben rende gelijk naar de supermarkt voor eieren en havermout om een receptje uit te proberen. Maar hij is wel het brood vergeten waar ik om had gevraagd, dus als jullie dat straks na het ontbijt nog even willen gaan halen, hebben we vanmiddag ook nog iets te eten.’

Hoewel Heleen gisteravond nog tot laat had zitten werken, leek ze nu definitief in vakantiemodus. Ze lag languit op een handdoek naast het loungebed van haar man, in een stijlvol badpak en met een wijde zonnehoed op haar hoofd. Verdiept in het boek dat Alex haar ook die ochtend al had zien lezen. Niet zo verdiept dat ze niet hoorde hoe Marcel kleine geluidjes begon te maken. Iets waar ze Ellis, Oliver en Ben fijntjes op wees, net toen die zich klaarzetten voor een spurtje naar het water.

Ellis nam baby Marcel uit zijn wiegje en gaf hem vervolgens aan Ben.

‘Je zei daarstraks dat je hem eten wou geven. De fruitpap zit in de koeltas. Succes ermee.’

Ben vroeg het niet aan iemand anders, al keek hij verlangend naar het water. Vooral toen Ellis en Oliver met veel gespetter in de eerste golven doken. Ben zette Marcel rechtop tegen Alex’ zij. Alex stak voor de zekerheid een hand uit om hem recht te houden. Tien minuten later zat de helft van Marcels fruitpap in zijn maag, terwijl de andere helft op zijn slabbetje hing. Halverwege de voeding was Alex recht gaan zitten, met Marcel tussen zijn benen, in een poging de schade te beperken. Er hingen dus ook nog wat spetters op zijn schenen. Maar hun handdoek was tenminste gered. Ben haalde voorzichtig het slabbetje van Marcels nek en Alex greep een doekje om zijn mond schoon te vegen.

 ‘Spoel dat ding eerst even uit in de zee, Ben,’ raadde Heleen aan, toen ze Ben aarzelend bij de modieuze luiertas zag staan die Oliver en Ellis van Beatrix cadeau hadden gekregen. Ze ging rechtop zitten en nam Marcel van Alex over, terwijl ze kirrende geluidjes maakte die behoorlijk uit de toon vielen bij haar normale stem. Ondertussen rende Ben in een recordtempo heen en weer tussen hun handdoek en de vloedlijn. Hij hing het slabbetje aan de parasol te drogen, waardoor het water in Theo’s gezicht drupte.

‘Ik ga dus even zwemmen,’ kondigde Ben aan. ‘De golven zijn … vrij perfect.’

‘Ik kom er zo aan,’ beloofde Alex hem. Hij had het nog niet te warm en kon wel een paar minuutjes rust gebruiken. Ben drukte snel een kus op zijn schouder en huppelde nog net niet weg. Alex sloot zijn ogen. Heerlijk, die zon.

De lente had een behoorlijke domper op het concept ‘zoveel mogelijk buiten afspreken’ gezet, door veel kouder en natter te zijn dan ze de afgelopen jaren gewend waren geraakt. Alex had gehoopt om tegen de zomervakantie van zijn medicatie af te zijn, maar hij nam nog een halve dosis en voorlopig bleef dat zo. Ze spraken weer regelmatig met mensen af en de bubbel waarin hij de afgelopen maanden samen met Ben had geleefd, raakte meer en meer doorprikt. Met mensen, meningen, commentaar. Ben maakte voor de eerste keer mee hoe vaak je daar commentaar op kreeg, een relatie met een andere man. Alex besefte dat hij zich er waarschijnlijk drukker over maakte dan Ben zelf, maar hij kon het niet helpen.

Hij maakte zich vaak druk. Vanbinnen dan. Dat zou wellicht nooit echt veranderen. En Ben verdiende die onzin ook gewoon niet. Alex zag dat zijn vader over zijn schouder naar hem bleef kijken, dus stond hij op en ging naast hem zitten. Zijn vader toonde hem zijn telefoon. Een selfie van Nessie, Nicolas en Joyce, met hun wangen tegen elkaar aangedrukt om in de camera te passen. Ze zaten samen in Londen op stage. De zon scheen boven hun hoofden en ze hielden kleurrijke ijsjes omhoog, een knalrode telefooncel op de achtergrond.

‘Daar is het tenminste ook zonnig,’ zei Alex. Zijn vader knikte instemmend. Het goede weer van vandaag bleef niet duren, ze hadden weer een week regen voor de boeg. Na de rampzalige overstromingen in het zuiden en oosten van België afgelopen week, was dat het laatste wat iedereen wilde. Alex keek even op zijn eigen telefoon. Nessie had hem niets gestuurd. Ze vertrouwde er blijkbaar op dat hun vader hem haar foto wel zou tonen. Wat hij ook had gedaan. Een kleine reminder dat Nessie veel vaker met hun vader praatte dan Alex zelf.

Tegenwoordig belde zijn vader hem om de andere dag. Alex had er zich in het begin dood aan geërgerd. Zouden ze hem nooit meer vertrouwen? En vertrouwde zijn vader er niet op dat Ben wel aan de alarmbel zou trekken, als dat nodig was? Alex had aangegeven dat hij zelf wel zou bellen.

Vier dagen later had Ben hem erop gewezen dat hij dat dus niet deed .

Alex was dan ook nog steeds kwaad. Waarom had zijn vader niet met hem willen praten toen hij dat zo hard nodig had? Toen plots al die kleine bedtijdrituelen die zijn moeder altijd uitvoerde, wegvielen? Het schaterlachen tijdens het eten, en die grote Play-Doh kastelen, die ze samen bouwden? Daar bleef niets van over. Alex kon het gevoel niet van zich afschudden dat, als zijn vader hem graag genoeg had gezien, hij die momenten niet verloren zou hebben laten gaan.

Voor Theo en Nessie was het hem uiteindelijk gelukt. Maar toen was Alex al te oud voor Play-Doh kastelen.

Het deed nog steeds pijn. Maar als hij afgelopen winter één ding had geleerd, was het wel dat je niet altijd over alles controle had. Alex had er alles aan willen doen om te voorkomen dat hij de pedalen verloor nadat Ben gewond raakte, maar het was hem niet gelukt. Hij kon het zichzelf nog steeds maar moeilijk vergeven. Maar naarmate het beter lukte, werd het ook makkelijker om voor zijn vader hetzelfde te doen.

Er zat geen logica achter. Toen zijn moeder stierf, had Alex zichzelf meer dan tien jaar lang bij elkaar weten te houden. Ben overleefde een ongeluk, en het licht ging uit. Dat sloeg nergens op. Het enige waar Alex stilaan op durfde vertrouwen, was dat het wel goed zat, met hun relatie. En dat ze het allebei verdienden om verder te gaan.

Dus had hij zijn vader gebeld en hem over zijn sollicitatiegesprek bij Çavaria verteld. Het werd een lang telefoontje, zo lang dat Alex tijdens het bellen nog een e-mail ontving waarin stond dat ze hem graag een tweede keer wilden uitnodigen. Dat nieuws mondde uit in een video-call, waarin Alex zowel Ben als zijn vader verwoed had proberen te overtuigen dat het allemaal nog niets betekende.

Het betekende wel iets. En gelukkig was hij in een warm team beland, want sommige dagen voelde hij zich helemaal nog niet oké. Ze wisten bij Çavaria niets van de maanden die aan zijn sollicitatie vooraf gingen. Hij had hen verteld dat hij met zijn master Fiscaal Recht was gestopt omdat het hem niet lag, en dat hij verder wilde in een sector die beter bij hem paste. De waarheid. Maar het gaf absoluut niet de hel weer die aan die beslissing vooraf ging. Die versie van hem kenden ze bij Çavaria nog niet. Niet omdat hij zo ontzettend bang was dat zijn huidige collega’s het niet zouden begrijpen. Hij was er gewoon nog niet klaar voor om erover te praten.

Soms was de verleiding groot. Anderhalf jaar vol lockdowns, gemis en onzekerheid voor de toekomst. Dat woog op iedereen. Veel mensen rond hem hadden het moeilijk, vonden soms hun weg niet meer. En hij wist zo verdomd goed hoe het voelde om jezelf kwijt te raken.

‘Ik wou dat ik ze hier allemaal mee binnen kon slepen,’ had hij eens tegen dokter Koenig gezegd. Die had gelachen terwijl hij het zichzelf voorstelde.

‘Dat zou een beetje krap worden. Maar het is fijn om te horen.’

‘Ik heb het gevoel dat ik mensen beter zou kunnen overtuigen om hulp te zoeken, als ik hen vertelde dat ik dat zelf ook heb gedaan. Onder lichte dwang, weliswaar…’

‘Je bent zelf blijven komen,’ had dokter Koenig gezegd. Daarna had hij Alex voorgesteld om erover te schrijven, eventueel anoniem. ‘Soms helpt dat. Je kan het mensen ook vertellen. Maar je bent niemand iets verplicht. Als er aan heel deze puinhoop van een pandemie één zonnig kantje zit, dan is het wel dat mentale gezondheid er meer aandacht door krijgt. Dat het minder taboe is geworden om het er over te hebben. Maar je merkt zelf wel of je daar klaar voor bent.’

Dat was zo. Behalve met zijn familie en dokter Koenig praatte hij nog niet over afgelopen winter. Maar hij praatte wel meer over andere dingen. Het was niet altijd simpel om voor een organisatie te werken die achter je eigen belangen aanging. Dat was echter voor veel van zijn collega’s zo. Niemand bij Çavaria verwachtte van hem dat hij dat hele gedoe met die regenboogvlaggen tijdens het EK grappig vond. Waardoor het makkelijker werd om er afstand van te nemen, de Europese grondwet na te pluizen en werk te maken van een tegenoffensief. Hij haalde soms opgelucht adem als het onderwerp van de dag wat verder van zijn bed lag en hij maakte zich wel eens zorgen hoe erg hij zijn job op lange termijn mee zou slepen. Voorlopig liet hij zijn tweewekelijkse sessies bij dokter Koenig dus nog niet los.

Die zag er overigens niet veel graten in. Al moedigde hij Alex wel aan om na het werk afstand van zijn job te zoeken. Niet simpel, wanneer al je vrienden plots verwoed voetbal keken en er bij elke sportuitzending over holebirechten werd gepraat. Goed bedoeld allemaal, maar niet de beste ontspanning als je op het werk al van ’s morgens tot ’s avonds aan een campagne werkte om de Hongaarse LGBTI+ gemeenschap te steunen.

Ben had hem uiteindelijk toch weten af te leiden, met een Rode Duivel T-shirt dat volgens hem bijzonder goed bij Alex’ ‘crimineel korte adidasshortje’ paste.

Oké. Alex wist zelf dus ook wel voor afleiding te zorgen. Maar dat was natuurlijk nog beter. Self-care, en zo.

Hun beloofde zomer vol vrijheid werd er één die je, als het even kon, toch nog beter in eigen land vierde. Reizende studenten kregen op hun donder. En toen overspoelden bakken en bakken regen hele Belgische, Duitse en Nederlandse dorpen. Met meer dan honderd doden tot gevolg. Sommige valleien die Alex op trektocht samen met Ben had bezocht, waren compleet vernield. Nadien restten er nog bergen puin en mensen die zonder water of stroom op de eerste verdieping van hun huis leefden. Als dat er al nog stond. Veel bleef er van dat ‘rijk der vrijheid’ dus niet meer over.

Zelfs Bens eeuwige optimisme kwam er niet ongeschonden doorheen. Hij bleef door nieuwsupdates scrollen, zette dozen vol spullen klaar die ‘misschien nog van pas kwamen, daar’.

Hij ging ze nooit afzetten. Het Rode Kruis riep de collecterondes een halt toe, omdat er aan spullen geen gebrek was. De getroffen gebieden hadden nood aan bouwvakkers en geld. Ben kon daar niet veel bij helpen en dat zat hem duidelijk dwars. Hij viel een aantal nachten op rij in slaap met zijn hoofd op Alex’ schouder, hoewel de zomer nog steeds wat te warm was om dat aangenaam te maken. Alex zag er een teken in. Dat ze op termijn hun evenwicht misschien wel weer zouden vinden. Dat hij zijn eigen rol in hun relatie niet volledig kwijt was. Maar hij was toch blij dat hij naar de raad van dokter Koenig, om het rustig aan te doen, had geluisterd. Het leven was nooit alleen maar rozengeur en maneschijn.

Over twee weken hadden ze een afspraak voor hun tweede vaccinatie. Nadien hadden ze nog niet veel gepland. Ben startte zijn job bij Cafénation in augustus. In oktober namen ze samen een week vrij. En in september konden ze eindelijk naar een aantal van de concerten die Ben hem voor Kerstmis cadeau had gegeven.

Dat werd leuk. Alles wat ze samen deden, was leuk. Alex kon soms nog steeds maar half geloven dat Ben hem afgelopen herfst, op een doodgewone vrijdagochtend, plots had verteld dat hij ook echt alles wou. Dat was meer dan Alex ooit had durven dromen en hij zou ervoor blijven vechten om het niet kwijt te raken.

Hij ging recht zitten en speurde de kustlijn af. Omdat hij Ben en zijn zussen niet meteen kon vinden, zette hij zijn zonnebril op. Hij vond hen in de branding, waar ze tussen de golven door op hun gigantische luchtmatras probeerden te gaan staan. Dat moest toch lukken? Als ze hem nu eens een paar meter verder het water in zouden trekken … je voeten wijd genoeg … dan ging het vast vlotjes.

Alex stond op. Die theorie moest hij dringend gaan testen.